maandag 31 december 2018

Uit in Nederland: China Light - Ouwehands Dierenpark


Zondag 30 december 2018

Een dierentuin bezoeken doe je eigenlijk altijd overdag. Ouwehands Dierenpark in Rhenen heeft dit jaar echter een heel bijzondere reden om het park ’s avonds in het donker te bezoeken: het lichtspektakel China Light. Om dit te bezoeken heb je wel een apart toegangskaartje nodig, ook abonnementhouders. Met dit kaartje mag je vanaf half zes ’s avonds tot negen uur in het park rondlopen.

Mijn vriend en ik hebben van tevoren via de website van de dierentuin kaartjes besteld. De route naar het park is ons ook bekend, want we hebben Ouwehands Dierenpark al twee keer eerder samen bezocht. Vanaf ons huis is het ongeveer een halfuur rijden, dus vertrekken we rond vijf uur naar Rhenen. Het is prima aan te rijden, ondanks de lichte regen die er valt.

Tegen kwart voor zes staan we met de auto in de rij voor het parkeerterrein. De dierentuin heeft twee parkeerplaatsen, maar qua drukte maakt het niet uit: voor beide terreinen staat een rij. Wij sluiten rustig aan in de rij voor P1 en na zo’n tien minuten rijden we het hobbelige parkeerterrein op. Een medewerker in een geel hesje dirigeert ons naar een parkeerplaats en dan zijn we er!

Over het grotendeels modderige terrein lopen we naar de ingang. Vanaf de stoep zien we al een flinke menigte met paraplu’s staan. We hopen stiekem dat dit mensen zijn die nog een kaartje moeten kopen, maar het tegendeel blijkt waar: alle wachtende mensen hebben al kaartjes en staan nu te wachten om naar binnen te mogen. We sluiten ook maar aan en komen voetje voor voetje dichterbij de ingang.

Een hoop gejengel van zeurende kinderen, geklaag van mensen over paraplu’s die in ogen prikken en ruim dertig minuten later zijn we eindelijk aan de beurt om naar binnen te mogen. Daar roept een medewerker van het park om dat het park in plaats van om negen uur pas om tien uur sluit vanwege de drukte. Dat vinden we dan wel weer positief, want van die lange wachttijd werden we niet heel vrolijk.

Nu we eenmaal binnen zijn, kunnen we – gewapend met een speciale plattegrond van het park – gaan genieten van het lichtspektakel. Al meteen bij de ingang zien we het eerste lichtkunstwerk: een Chinese tempel met twee draaiende wachters erbij met als titel Temple of Heaven. Omdat er heel veel mensen bij stilstaan om foto’s te maken, lopen we eerst even door. De officiële wandelroute gaat naar rechts, dus gaan wij linksaf, waar het iets rustiger is.


 Temple of Heaven - foto's gemaakt met telefoon


Vrij snel zien we aan onze linkerhand het volgende kunstwerk: Parrots’ Whisper, bestaande uit verschillende verlichte vogels in kooien. Tegenover de vogels is een prachtige pauw gemaakt met lelies eromheen, simpelweg Peacock geheten.

Parrots' Whisper - foto gemaakt met telefoon

Peacock

Langs donkere dierenhokken lopen we door. Op het veld voor ons zien we de Dragon, een grote Chinese draak. Deze besluiten we meteen op de foto te zetten, dus pakken we ons meegenomen statief erbij. Dankzij het statief en de zelfontspanner van de camera lukt het ons de prachtige draak op de foto te zetten.

Dragon

We lopen weer verder en kijken even in het Gorillahuis, maar hier is geen dier te zien. We vervolgen onze weg en komen bij het ijsberenverblijf, waar het lichtkunstwerk Polar Bear te zien is. We besluiten straks terug te komen voor foto’s, eerst willen we de panda’s bezoeken! 

Polar Bear

Tijdens ons vorige bezoek hebben we Wu Wen en vooral Xing Ya al mogen bewonderen en zijn we stiekem een beetje verliefd geworden op deze schattige pandaberen. In een redelijk hoog tempo lopen we dan ook onder de verlichte bogen door naar de verblijven van de Chinese beren. Omdat Xing Ya de vorige keer heel duidelijk te zien was, hopen we hem eigenlijk weer te zien, maar helaas: meneer Pandabeer heeft zich teruggetrokken in zijn nachtverblijf. Wu Wen is wel te zien, die ligt heerlijk te slapen in haar verblijf. Haar houding doet ons wel twijfelen of ze wel echt lekker ligt…

Wu Wen ligt lekker (?) te slapen

We volgen de looproute van het pandaverblijf en komen in het souvenirwinkeltje. De vorige keer hebben we hier Xing Ya als knuffeltje gekocht en na even zoeken vinden we een even grote Wu Wen voor onze verzameling.

Met de knuffel in een tasje verlaten we de winkel. We kijken nog één keertje bij het verblijf van Xing Ya, maar meneer laat zich nog steeds niet zien. Daarom gaan we door richting het Berenbos. Onderweg komen we langs het verblijf van de muntjaks, die nog net zichtbaar zijn in het donker. Hun houding geeft echter aan dat ze willen slapen, dus lopen we snel door naar het Berenbos. De ingang is prachtig verlicht met blauwe en witte sterren (‘Winter Day’), het bos zelf is gewoon donker, zodat de beren rustig kunnen slapen.

Langs donkere vogelkooien, waar achter de verlichte ramen een kaketoe en twee ara’s te zien zijn, komen we in de buurt van Het Wad. Hiervoor staat nog een prachtig lichtkunstwerk met rendieren (‘Fairy Deer’), dat we weer met behulp van ons statief en de zelfontspanner op de foto zetten.


Fairy Deer


Van de verlichte rendieren gaan we naar Het Wad, waar we een aantal zeehonden zien. Twee zwemmen er in het water, nummer drie ligt aan de kant en nummer vier is verderop diep in slaap. Als een kind enthousiast begint te gillen bij het zien van de zeehonden, reageert zeehond nummer drie verstoord en laat hij zich snel weer het rustige water in glijden.

We verlaten Het Wad en lopen om restaurant RavotAapia heen. Aan de andere kant van dit gebouw staat een werkelijk prachtig lichtkunstwerk getiteld Jungle Land. Er zijn giraffen, olifanten, leeuwen, hyena’s, wrattenzwijnen en stokstaartjes te zien, het lijkt bijna de beginscène van de film De Leeuwenkoning met zo veel dieren! We nemen uitgebreid de tijd om foto’s te maken, want dit vinden we echt heel mooi.

Jungle Land:






Als we verschillende foto’s gemaakt hebben, lopen we RavotAapia in om een drankje te halen. Binnen staan nog een aantal kraampjes met souvenirs, maar die slaan we even over. Met onze drankjes verlaten we RavotAapia weer en komen we via de verlichte boog Love of Fish uit bij de echte rendieren. Eentje staat er vlakbij het hek op een boom te knabbelen, verderop liggen twee andere rendieren met een derde erbij. Ze trekken zich niets aan van de bezoekers, zelfs niet van de hard pratende mensen en gillende kinderen.

Wij lopen verder naar de ingang van het park en beginnen dan aan de officiële wandelroute. Via de poort ‘Greeting from Phoenix’ komen we bij het tijgerverblijf. Overdag, weten we, is het dier vaak moeilijk te zien, maar nu ligt hij rustig te slapen. Aan de andere kant zien we één giraffe, waarvan we vermoeden dat hij de wacht houdt terwijl de andere giraffen slapen.

Greeting from Phoenix - foto gemaakt met telefoon

Langs verlichte bloemen, ‘Fantasy Flowers’, komen we bij Monkey Land – verlichte gorilla’s en aapjes in bomen. Ook de vijver is versierd met verlichte kikkers, ‘Frog Croaking’, en vogels, ‘Colourful Birds’. We kijken nog even of het wrattenzwijn, de stokstaartjes en de leeuwen thuis zijn, maar we zien ze geen van allen. Ook het aquarium is geen succes – dit is namelijk dicht. Het Afrikahuis is wel open en na enig speurwerk zien we een aantal ‘Rafiki’s’ slapen op de bovenste plank van hun klautertoestel.

We vervolgen onze route en komen uit bij Panda Land, een superschattig kunstwerk met panda’s dat natuurlijk op de foto moet. Van de verlichte panda’s gaan we nog een keer naar de echte panda’s, maar daar is nog niets veranderd: Xing Ya is nergens te zien en Wu Wen ligt in dezelfde houding te slapen.

Panda Land:




Via Monkeys, een pad met aan beide kanten verlichte planten en apen, en verlichte paddenstoelen en bloemen komen we terug bij het Polar Bear kunstwerk, dat we nu wel op de foto zetten.

Een van de apen van Monkeys - foto gemaakt met telefoon

Polar Bear

Als laatste gaan we nog een keer naar het kunstwerk van de pauw om dat ook op de foto te zetten voor we het park verlaten. We kijken nog even bij de verlichte lotusvijver en de ‘Greeting Gate’ voor we naar het parkeerterrein gaan en aan onze reis terug naar huis beginnen.

Peacock

Greeting Gate - foto gemaakt met telefoon

In de auto praten we na over ons bezoek: we vonden het allebei erg mooi en van de regen hebben we weinig last gehad. Wel vonden we de drukte, vooral aan het begin, een nadeel, maar het park heeft dit netjes opgelost door tot tien uur open te blijven. We twijfelen nog wel over de diervriendelijkheid van de dierentuin ’s avonds openen: dieren die buiten waren, reageerden vaak schrikachtig op het harde gepraat van de mensen en het gegil van de kinderen. Gelukkig waren er ook heel veel dieren binnen, die daardoor weinig last had van de late bezoekers.

Uiteindelijk besluiten we dat we China Light een aanrader vinden, maar dat het goed is om in gedachten te houden dat het geen typisch dierentuinbezoekje is: reken niet op veel dieren en houd rekening met de dieren die er wel zijn. Geniet vooral van de prachtige verlichte kunstwerken, die het park een heel andere uitstraling geven dan overdag.



dinsdag 6 november 2018

Reisverslag Canada & VS 2018: dag 21 + 22

<-- Vorige dag

Zondag 5 augustus 2018 + maandag 6 augustus 2018: Vancouver --> Amsterdam

Na drie ontzettend mooie weken is de laatste dag van onze vakantie aangebroken: vanmiddag, om kwart voor zes, vliegen we vanaf Vancouver International Airport terug naar Nederland.

Omdat we pas zo laat vliegen, proberen we lekker uit te slapen. Vervolgens pakken we op ons gemak alle spullen in, waarbij we de spullen voor onderweg al apart houden. Pas tegen elven laden we de auto in en checken we uit. We rijden eerst naar West Coast Mini Putt, een minigolfbaan in de wijk Richmond, de wijk waar ons hotel ook is. Het heeft een gezellige ingang: aan de muur hangen allerlei puzzels en er is veel met kleur gedaan.

We betalen de toegang en moeten vervolgens even wachten, omdat er net een gezin voor ons naar binnen is gegaan. We hoeven ons echter niet te vervelen: er is een groot Jengaspel dat we mogen spelen. Het gaat goed en net op het moment dat het gevaarlijk wordt, mogen we naar binnen.

Het gaat net goed met Jenga

De baan van achttien holes is in twee delen verdeeld: baan één tot en met negen zijn in de eerste zaal, de andere negen banen zijn in de andere zaal. Het eerste deel is vooral kleurrijk met veel versiering aan de muren en verschillende gekleurde lampen. De banen zijn alles behalve standaard: door de hoeken en hobbels is het nog een aardige uitdaging.

Het tweede deel van de baan is in het donker: de banen en balletjes lichten op onder uv-licht. Ook hier zijn de banen zeer uitdagend, met als toppunt natuurlijk de laatste baan. Hierbij moet je het balletje precies in een gaatje bovenaan een schuine helling krijgen. Lukt dit, dan komt je foto op de muur bij de ingang. Helaas lukt het ons geen van tweeën.

Het tweede deel (foto gemaakt met telefoon)

Ondanks het mislukken van baan achttien vonden we het een leuke ochtend. Ook krijgen we allebei nog een prijsje: mijn verloofde krijgt een lolly als troostprijs en ik mag als winnaar iets uitkiezen uit een kistje met blikjes drinken en verschillende soorten snoep. Ik ga voor een zakje M&M’s met karamelvulling, een smaak die ik in Nederland nog nooit gezien heb.

Met onze prijzen gaan we terug naar de auto. We rijden vervolgens naar het Terra Nova Rural Park, een park aan de rand van de stad. Vanaf het park heb je een mooi uitzicht op de South Terminal van Vancouver Airport, waarbij je vliegtuigen langs de bergen op kunt zien stijgen.

Uitzicht op de vertrekkende vliegtuigen

Een tijdje kijken we vanaf een bankje naar de vliegtuigen. Het is een heerlijk rustig plekje met een heel mooi uitzicht. Het liefst zouden we er langer blijven, maar het wordt toch echt tijd om te gaan. We halen eerst nog een broodje bij de Subway voor we tanken en naar het vliegveld gaan. Hier volgen we de borden naar ‘Car Rental Return’ om onze huurauto in te leveren.

Het is een gek moment als we de auto parkeren. Ons zwarte monster heeft ons maar liefst 5646 kilometer lang rondgereden zonder enige problemen. We vinden het heel jammer dat we afscheid moeten nemen, want het is toch een beetje ons tweede thuis geworden deze reis.

De eindstand op de kilometerteller

We verzamelen al onze spullen, zwaaien de auto gedag en lopen dan naar de vertrekhal. Het inchecken gaat vlot en ook zijn we zo door de controle heen. Het lange wachten valt ook nog mee, want het is een mooi vliegveld waar veel te zien is. We lopen wat rond en bij een souvenirwinkel kopen we van onze laatste Canadese dollars nog een aandenken.

Ongeveer een uur voor we mogen boarden, halen we nog een broodje en een flesje drinken om mee aan boord te nemen. Dan is het echt zo ver: we moeten aan boord. We hebben deze keer stoel 19D en 19E, stoelen in het midden in de buurt van de vleugel.

Klaar voor vertrek!

Iets later dan gepland vertrekken we voor de kleine achtduizend kilometer naar Nederland. Zodra het bordje ‘stoelriemen vast’ uitgezet wordt, verlaten we onze stoel om bij een deur nog even naar buiten te kijken. Onder ons zien we de Rocky Mountains, waar we zelf doorheen gereden hebben. We laten ze nu echt achter ons en gaan terug naar het vlakke Nederland.

Het wordt een rustige vlucht. Ongeveer een uur na het vertrek krijgen we een maaltijd, waarna het donkerder wordt in het vliegtuig om mensen de gelegenheid te geven te slapen. Ook wij doen nog een poging, maar door alle prachtige herinneringen lukt het niet echt. Uiteindelijk lopen we helemaal naar de achterkant van het vliegtuig, waar we nog uitzicht hebben op Groenland. Ook raken we in gesprek met een stewardess, die benieuwd is naar de reis die we gemaakt hebben. Op haar beurt vertelt ze ons over dingen die zij aan boord meegemaakt heeft en over hoe rustig deze vlucht is.

Groenland onderweg (foto gemaakt met telefoon)

Een kleine twee uur voor we gaan landen, wordt het weer lichter in het vliegtuig. Als we boven het Verenigd Koninkrijk vliegen, krijgen we nog snel een ontbijtmaaltijd. Deze keer krijg ik ook een omeletje met kaas, iets dat ik niet verwacht had, aangezien ik meestal een veganistische maaltijd krijg (ik vraag altijd een vegetarische maaltijd aan zonder vlees, maar alleen vegetarische maaltijden hebben ze nooit echt aan boord – het zijn altijd veganistische maaltijd, zonder ook maar iets dierlijks). Ik vraag me af of de KLM nu andere maaltijden heeft of dat het gesprek met de stewardess, waarin ik mijn ontbijtervaring bij KLM verteld had, geholpen heeft.

Vlak voor we gaan landen, komt de stewardess nog naar ons toe. Omdat we verteld hadden dat we gaan trouwen, heeft ze nog een cadeautje voor ons: een handgeschreven kaart en belletjes, ‘wedding bells’. Het zijn speciale belletjes, die – zo wordt er verteld – geluk brengen als je ze rinkelt. We vinden het een heel mooi gebaar.

Het vliegtuig landt uiteindelijk rond twaalf uur op Schiphol na een zeer onrustige landingsprocedure. Het vliegtuig ging veel op en neer en de piloot wisselde veel met snelheid, waardoor we ons allebei een beetje misselijk voelen. Waarschijnlijk heeft de warmte er iets mee te maken, maar het was geen fijne landing. Het ligt ook niet alleen aan ons: alle passagiers zijn er wat stil van.

Na een lange taxirit zijn we bij de gate en kunnen we van boord. Het heeft voor ons allebei iets definitiefs: de vakantie is nu echt voorbij. We vinden het heel jammer, want het is echt een prachtige reis geweest! We hebben zo veel mooie dingen gezien – de orka’s bij Victoria, de herkenbare punten in Portland, de Painted Hills, Fort Rock en Lava Lands bij Bend, Yellowstone… Het is eigenlijk te veel om op te noemen!

Dan zijn er ook nog de leuke en bijzondere momenten: de Underground Tour in Pendleton, de bizon die ineens naast de auto liep in Yellowstone, de steenbok in Glacier National Park, in de stoeltjeslift naar de top van Mount Hood en natuurlijk het huwelijksaanzoek. Het is ook een lange reis geweest met 5646 gereden kilometers in de auto, waarbij we de kentekenplaten gezien hebben van maar liefst 47 van de in totaal vijftig Amerikaanse staten en negen van de in totaal twaalf Canadese provincies/territoria. We zijn naar dertien verschillende steden en hotels geweest in twee verschillende landen met vijf verschillende Amerikaanse staten en twee Canadese provincies… en dat alles in 21 dagen tijd. Een lange reis dus, maar door alles wat we hebben meegemaakt en gezien, is het voor ons allebei ook een absoluut onvergetelijke reis geweest die we nu met tegenzin af moeten sluiten. We hopen echt dat we op een dag terug kunnen naar dit prachtige gedeelte van de wereld en deze fantastische reis kunnen herbeleven.


Het is een geweldige vakantie geweest waar we allebei van hebben genoten!

donderdag 1 november 2018

Reisverslag Canada & VS 2018: dag 20

<-- Vorige dag

Zaterdag 4 augustus 2018: Kelowna --> Vancouver

Vandaag rijden we de laatste lange afstand in onze Dodge Charger. We gaan van Kelowna terug naar Vancouver, de stad waar we een kleine drie weken geleden landden en waar onze reis begon.

We staan rond zeven uur op, douchen en kleden ons aan en ontbijten op de kamer. Daarna pakken we de koffers in, die we niet heel gemakkelijk in de auto kunnen krijgen: de parkeerplaats staat zo vol met iedereen dicht op elkaar geparkeerd dat ik de auto voor de ingang moet neerzetten om hem in te kunnen laden. Als dat gelukt is, checken we uit. We moeten vervolgens nog even omlopen aangezien de schuifdeur naar buiten niet werkt, maar dan kunnen we eindelijk op weg naar Vancouver.

Via een weg vol met verkeerslichten verlaten we Kelowna. We rijden een brug over, tanken nog even en gaan dan verder richting de bergen. Het is een lange weg die hoog door de bergen gaat zonder echte momenten dat er gedaald wordt. Pas als we in de buurt van een stadje komen, loopt de weg ineens flink omlaag.

Onderaan de berg gaan we linksaf om weer terug omhoog te gaan. Door de groene bergen, met hier en daar nog een beetje sneeuw, vervolgen we onze weg. Bij een rest area stoppen we even voor een chauffeurswissel. Mijn tijd achter het stuur in de Dodge zit er helaas op!

We rijden weer verder door hetzelfde berglandschap en stoppen uiteindelijk bij Bridal Falls. Watervallen zien we niet, we zien alleen maar heel veel auto’s die bij hetzelfde tankstation stoppen, omdat dat het eerste tankstation in lange tijd is.

Als we weer verder gaan, laten we de bergen wat meer achter ons. De weg wordt iets vlakker en de bergen gaan meer naar de zijkant. Langzaam wordt het ook iets drukker op de weg, want we komen in de buurt van Vancouver. Vanaf de stadsgrenzen wordt het echt heel erg druk en moeten we meer en meer op het verkeer gaan letten.

Over een brug rijden we de stad in. We volgen het navigatiesysteem richting Burnaby, een wijk in Vancouver. Hier zit namelijk een winkelcentrum met een Build-a-bear winkel, een winkel waar je zelf een knuffel kunt maken en er kleding voor kunt kopen. Het winkelcentrum is dankzij de navigatie gemakkelijk te vinden. Parkeren is geen probleem: er zit een gratis parkeergarage onder het winkelcentrum.

Over de brug Vancouver in (foto gemaakt met telefoon)

In het winkelcentrum gaan we op zoek naar de Build-a-bear winkel. Het is een groot winkelcentrum, maar gelukkig is er een folder met een plattegrondje. Als we richting de winkel lopen, zien we op de verdieping onder ons een heleboel pandabeelden. Het blijken panda’s te zijn van de kunsttentoonstelling ‘1600 Panda’s+’. Dit is een rondreizende tentoonstelling die het beschermen van wildlife onder de aandacht wil brengen. Al het geld van de tentoonstelling gaat naar het Wereldnatuurfonds Canada.

1600 Panda's+

We lopen door en komen bij de Build-a-bear winkel, waar we meteen een bijzonder gevoel krijgen. Het is een heel erg gezellige winkel en hij doet ons denken aan de Build-a-bear winkel in Belfast, waar we onze eerste knuffels Anakin en Chewbacca lieten maken. Hier worden we allebei verliefd op een eland met rode esdoornbladeren op haar witte gewei. Hoe kunnen we haar niet vullen en aankleden? We maken een echte Star Wars Jedi van haar, maar kiezen ook nog een shirtje met ‘Canada’ erop als vrije tijds kleding.

Onze nieuwste aanwinst als herinnering aan onze prachtige reis

Met Rey, zoals we de eland genoemd hebben, verlaten we blij de winkel. We kijken nog even bij de Disney Store, maar zien eigenlijk niets leuks in de drukke winkel. Bij Orange Julius halen we nog een lekker drankje voor we teruggaan naar de auto. We gaan echter nog niet naar het hotel, maar naar Lipont Place. Dit is een expositieruimte waar nu een heel speciale tentoonstelling is, namelijk eentje over de Titanic.

Op het terrein bij het gebouw parkeren we de auto. We lopen naar de ingang, waar we toegangskaartjes kopen voor de tentoonstelling. De kaartjes zijn in de vorm van boarding passen met namen van echte passagiers van het schip. Aan het einde van de tentoonstelling kunnen we zien of we de reis overleefd hebben.

Nadat we voor een groen scherm op de foto geweest zijn, mogen we naar binnen. Onze kaartjes worden gecontroleerd door iemand die sprekend op de kapitein van de Titanic lijkt. Hij vertelt ons dat we in de eerste ruimte foto’s mogen maken, maar daarna niet meer.

In de eerste ruimte hangt een grote foto van de Grand Staircase, de bekende trap van het schip. Ook hangen er borden met informatie over bekende passagiers van het schip, zoals Isidor en Isa Strauss en Margaret ‘Molly’ Brown.

Poseren bij de Grand Staircase

Het volgende gedeelte is een bekend gedeelte voor ons: het gaat over de bouw van de Titanic. Hier hebben we in Belfast al een heleboel over gezien en geleerd! Vervolgens gaan we door naar het schip, waar we de eerste spullen zien die uit het schip zijn gehaald. De hele tentoonstelling gaat over dingen die echt uit het schip komen. Het is maar een kleine tentoonstelling, omdat er meerdere tentoonstellingen tegelijkertijd zijn verspreid over de wereld. Alle spullen die uit het wrak gehaald zijn, zijn verdeeld over de verschillende tentoonstellingen.

We bekijken vol aandacht en bewondering alle dingen die opgedoken zijn. Het zijn heel verschillende spullen: borden, flesjes, schaaltjes, bankbiljetten en zelfs kledingstukken. Het is heel bizar om te bedenken dat deze spullen ooit van iemand geweest zijn die er nu niet meer is. Bovendien is het heel bijzonder dat alles het water overleefd heeft, zeker na zo veel jaar (de Titanic zonk in 1912, het wrak werd pas in 1985 ontdekt).

Aan het einde van de tentoonstelling kijken we op de lijst van passagiers of we het overleefd hebben. Helaas blijkt dat de beide passagiers die wij voor moeten stellen de ramp niet overleefd hebben. Een bewaker van de tentoonstelling, die begrijpt waarom we teleurgesteld zijn, laat ons als troost een verborgen ruimte in het nagebouwde model van het wrak zien. Door een opening kunnen we een auto zien, die nog in het vrachtruim staat. De eigenaar ervan, zo vertelt ze, heeft in de Verenigde Staten de White Star Line (de eigenaar van het schip) aangeklaagd voor het verlies van zijn auto. Het is niet bekend of hij ooit geld heeft gekregen.

We verlaten de tentoonstelling en kijken nog even in het winkeltje. Ook zijn we benieuwd naar de foto’s die aan het begin gemaakt zijn. Ze blijken echter niet gelukt, dus moeten we nog een keer op de foto. Na gewacht te hebben tot ze klaar zijn, blijken ze niet heel leuk, dus verlaten we de tentoonstelling zonder iets gekocht te hebben.

Nu is het echt tijd om naar het hotel te gaan. We weten de weg, want we overnachten in hetzelfde hotel als tijdens onze eerste nacht. Bij de receptie checken we in bij een vrouw die duidelijk niet heel veel zin heeft om te werken. Ze wijst ons kamer 111 toe, maar als we daar aankomen, stinkt de kamer zo dat we teruggaan naar de receptie. Het lijkt namelijk alsof er gerookt is in de kamer en aangezien dit zo’n beetje de grootste misdaad is die je in Amerikaanse en Canadese hotels kunt begaan, hebben wij geen zin om hier in betrokken te raken. Gelukkig krijgen we meteen een nieuwe kamer toegewezen en kunnen we de koffers naar kamer 224 brengen.

Voordat we gaan eten, laden we de auto helemaal uit en zetten we hem nog uitgebreid op de foto. Het is al een klein beetje een emotioneel moment: de vakantie loopt nu echt ten einde. Om er nog een leuke avond van te maken, gaan we uit eten bij een restaurant waar we ook eerder zijn geweest: de Denny’s. Het is misschien niet het gezondste restaurant, maar het is er wel gezellig en we kunnen er prima eten.

Nog een keertje poseren bij onze geweldige auto

Na een uitstekende maaltijd gaan we terug naar het hotel. Hier bereiden we ons alvast voor op morgen: we checken in, printen onze boarding passen bij de receptie en bekijken nog even alle reistijden. We vliegen pas om kwart voor zes, dus we hebben nog best wel wat tijd voor we naar het vliegveld moeten. Met behulp van Google weten we twee leuke activiteiten voor morgen te vinden die niet heel ver weg zijn. Bovendien kunnen we eerst lekker uitslapen, want we hoeven pas om elf uur uit te checken.

Tot morgen!

Lees verder: Dag 21 + 22



zondag 28 oktober 2018

Reisverslag Canada & VS 2018: dag 19

<-- Vorige dag

Vrijdag 3 augustus 2018

Vandaag staat de één na laatste grote rit op het programma: we rijden van Canmore naar Kelowna, wat volgens het navigatiesysteem een rit van zes uur en 33 minuten is.

We staan vroeg op, mede dankzij onze buurman, die om kwart over zes al luidruchtig aan het bellen is. Het blijkt nog een Nederlander te zijn ook, want we kunnen alles woord voor woord verstaan.

Nadat we gedoucht hebben en ons aangekleed hebben, ontbijten we op de kamer, terwijl we de laatste spullen inpakken. Als de auto ingeladen is, checken we uit, tanken we en vertrekken we voor 375 kilometer op de 1 snelweg. We rijden eerst richting Banff en Lake Louise voor we de provinciegrens oversteken naar British Columbia. Onderweg zien we nog steeds veel bergen en bos. We rijden ook veel over bergwegen en zien in de buurt van Field, vlakbij Golden, ineens drie steenbokken op de rand van de weg.

Op de 1 snelweg

Inmiddels is de tijd ook veranderd: we zijn teruggegaan naar negen uur tijdsverschil met Nederland in plaats van acht uur. Het grappige vinden we wel dat dit niet veranderde bij de provinciegrens, maar pas verderop in British Columbia.

De snelweg voert ons intussen door het Canadese Glacier National Park. Onderweg zijn er veel werkzaamheden, waardoor we af en toe moeten stoppen of langzamer rijden. Bij Rockgarden stoppen we even om te kijken wat het park te bieden heeft. Meteen merken we dat het een stuk frisser is. Met vestjes aan beginnen we aan de wandeling door Rockgarden. Het eerste stuk is een pad door het bos, dat een beetje regenwoudachtig is, waarna we letterlijk over de enorme rotsblokken mogen lopen.

Het wandelpad van Rockgarden

Het is een leuke en ook ietwat avontuurlijke wandeling tussen de rotsen door. We hebben ook nog even uitzicht op een prachtige bergtop met eeuwige sneeuw voor er weer wolken voor schuiven.

Uitzicht op de berg

Van Rockgarden gaan we naar de stop Hemlock Grove. Hier loopt een steigerpad door het bos, waarbij we een omgevallen boom zien. Het is wel leuk om te zien, maar niet heel bijzonder.

Hemlock Grove

We rijden door en verlaten Glacier National Park alweer. Het park gaat bijna meteen over in Mount Revelstoke National Park. Ook hier besluiten we even te stoppen. Het wordt de stop Skunk Cabbage, waar ons een bijzondere wandeling tussen planten met gigantische bladeren door wordt beloofd. Eerlijk is eerlijk: we zien de planten met gigantische bladeren, maar het zijn wel gigantisch verlepte bladeren die eigenlijk heel zielig zijn om te zien. Als we dan ook nog eens komen bij een plekje met planten die lijken op het onkruid in de tuin van mijn ouders, is de meligheid compleet. Wat een verschrikkelijke stop!

Skunk Cabbage

Nadat we het hele pad weer teruggelopen zijn – we konden uiteraard niet gewoon een rondje lopen, want een deel van het pad was afgesloten wegens werkzaamheden – besluiten we maar gewoon door te rijden naar Kelowna. We komen eerst in het dorpje Revelstoke. Het is niet zo’n groot dorpje, maar door alle stoplichten duurt het wel even voor we het dorp weer uit zijn.

De route gaat verder over de 97A snelweg, die langs verschillende meren gaat. Bij een tankstation wisselen we van chauffeur en beginnen we aan het laatste stuk van de rit. We rijden door Lake Country, waarbij we verschillende dorpjes tegenkomen. In elk dorpje komen we het ene na het andere verkeerslicht tegen, waardoor het allemaal een stuk langzamer gaat dan de afstand zou doen vermoeden. Zo’n zeven kilometer voor Kelowna wordt het ook een stuk drukker en begrijpen we de lichten iets beter.

Het hotel is makkelijk te vinden: het ligt aan de hoofdweg. We checken in, waarbij ze graag ons adres willen weten. Van mij mag het en ik geef zonder aarzelen ons volledige adres in Nederland. Nadat ze ons twee tellen aangestaard hebben, is het: “Laat maar…”

We krijgen kamer 227 toegewezen, een kamer met uitzicht op het zwembad. We proberen eerst even wat berichtjes naar Nederland te sturen, maar de wifi is zo waardeloos dat we het opgegeven. Aangezien het nog geen etenstijd is, pakken we onze zwemspullen voor een duik in het zwembad. Het water van het zwembad zelf is iets aan de koude kant, maar het bubbelbad is prima op temperatuur.

Uitzicht op het zwembad (foto gemaakt met telefoon)

Ongeveer een uurtje later kleden we ons om en gaan we op zoek naar een restaurant voor het avondeten. Het wordt uiteindelijk een Chinees buffetrestaurant, waar we zeer lekker eten. Na het eten lopen we nog even een rondje, waarbij we even kijken in de grote Toys R Us speelgoedwinkel en in een dierenwinkel.

Uiteindelijk gaan we terug naar de kamer om nog even lekker te ontspannen voor onze laatste rit van morgen. We horen wel wat geluid bij het zwembad vandaan komen, maar na tien uur wordt dit gelukkig minder. We willen namelijk wel uitgerust beginnen aan onze laatste vierhonderd kilometer, die ons terug zullen brengen naar Vancouver, de stad waar onze prachtige reis begon.

Tot morgen!

Lees verder: Dag 20



woensdag 24 oktober 2018

Reisverslag Canada & VS 2018: dag 18

<-- Vorige dag

Donderdag 2 augustus 2018: Canmore (Banff)

Gisteren werden we enigszins overvallen door de enorme drukte bij Lake Louise en Moraine Lake, twee bekende meren bij Banff National Park. Vandaag hopen we iets rustigere plekken te vinden, bijvoorbeeld bij Cave and Basin en de Vermilion Lakes.

We staan rond half acht op om te douchen. Dit is nog even een uitdaging, want de douche is wat ingewikkelder dan we verwacht hadden met twee verschillende draaiknoppen op elkaar en een ringetje dat je uit de kraan moet trekken. Het lukt ons uiteindelijk om warm water uit de douche te krijgen en dan blijkt het een prima douche te zijn.

Nadat we ons aangekleed hebben, lopen we naar de Subway aan de overkant van het hotel om ontbijt te halen. Onderweg zien we dezelfde schattige konijntjes als gisteravond. We halen een broodje en iets te drinken en gaan dan terug naar de kamer. Na het ontbijt pakken we de spullen en gaan we op weg.

Als eerste rijden we naar het dorpje Banff voor Cave and Basin. Dit is een grot met daarin een geiserbassin en buiten is er ook nog een geiserbassin. Ook kun je er wandelen. Omdat we nog vroeg zijn, is het er nog heel rustig en kunnen we op ons gemak het bassin in de grot bekijken. We vinden het wel heel leuk om zo’n bassin in een grot te zien, zeker met de luchtbelletjes die af en toe boven komen als teken van ondergrondse activiteit.

Het bassin in de grot

Buiten is een ander geiserbassin. Overal wordt gewaarschuwd dat je het water vooral niet aan mag raken, omdat er piepkleine, bedreigde slakjes in zitten. Met heel goed kijken, kunnen we inderdaad de zwarte stipjes van de slakken zien.

Het buitenbassin

De slakjes

We lopen een stukje door het gebouw bij het buitenbassin, waarbij we nog een mooi uitkijkpuntje over de bergen hebben. Ook lopen we de Discovery Trail, een pad dat iets omhoog gaat naar een aantal andere thermische bronnen. Eentje doet ons wat meer aan een moeras denken, bij een ander zien we ook weer heel veel slakjes.

Uitkijken over de bergen

Vanaf de hoogste thermische bron gaan we terug naar beneden. We slaan linksaf, waar ook een pad is. Na een stuk gelopen te hebben, voelen we ons toch een beetje ongemakkelijk. We zijn de enigen die op het pad lopen, het bosgebied links van ons is beschermd gebied waar niemand mag komen en overal staan grote waarschuwingsborden voor beren. Omdat we ook geen bezienswaardigheden tegenkomen, keren we om en gaan we terug naar de auto.

Met de auto rijden we het centrum van het dorpje Banff in. We parkeren de auto en gaan lopend verder door de straatjes met souvenirwinkels en restaurants. Alle straten zijn vernoemd naar dieren die in de omgeving voorkomen. Dit staat ook met een afbeelding aangegeven op de hoek van de straat.

Straatnaambord op de stoep

We bekijken een aantal winkeltjes, die eigenlijk allemaal hetzelfde verkopen, en eten een broodje als lunch bij een klein restaurantje. Dan gaan we terug naar de auto en rijden we richting de Vermilion Lakes. Langs deze meren loopt een weg van iets meer dan vier kilometer, die we eerst helemaal af rijden. Op de terugweg stoppen we een paar keer bij de meren, die niet zo blauw zijn als Lake Louise en Moraine Lake, maar voor ons wel meer op een natuurgebied lijken dan op een toeristische attractie.

Een van de Vermilion Lakes

Na een stop bij het laatste meer gaan we terug naar de snelweg en nemen we de afslag naar Lake Minnewanka. Hier wordt voor het eerst ons toegangsbonnetje gecontroleerd. Via een bergweg rijden we naar boven. Onderweg komen we weinig verkeer tegen, maar op de parkeerplaats bij het meer is het weer erg druk. We weten gelukkig een parkeerplaatsje te vinden en gaan lopend naar het meer.

Vermilion Lakes

Lake Minnewanka blijkt een prachtig uitgestrekt meer te zijn, maar is helaas ook weer heel druk met boten. Er varen kano’s op het meer, kleine motorboten en zelfs boten die complete maaltijden aanbieden. We lopen door naar de zijkant van het meer, waar het iets rustiger is, maar waar we wel weer bedelende eekhoorns zien. Ook valt het ons op dat er overal picknicktafels staan, iets dat we ook niet helemaal bij een beschermd natuurgebied vinden passen.

Lake Minnewanka

We volgen een bospaadje richting Stewart Canyon, een ravijn met een rivier richting Lake Minnewanka. Nadat we wat foto’s gemaakt hebben, gaan we terug naar Lake Minnewanka, waar we even praten met twee rangers. Zij zijn heel positief over de mogelijkheid om dieren te zien en melden dat er zelfs vanochtend nog een beer de weg overgestoken is, maar aangezien ze ondertussen druk zijn met het bestellen van hun friet voor het avondeten via hun walkietalkies, komen ze niet heel geloofwaardig over.

Stewart Canyon

Omdat we wel klaar zijn met de drukte en het toeristische karakter van Lake Minnewanka, gaan we terug naar de auto en beginnen we via een andere route aan de rit terug naar het hotel. Hier zien we toch nog wat wildlife: langs de kant van de weg lopen een paar steenbokken.

Een van de voorbij lopende steenbokken

Via de snelweg gaan we terug naar Canmore, waar we bij een supermarktje alvast ontbijt voor morgenochtend halen. Na nog een ijsje gehaald te hebben, gaan we terug naar het hotel. Daar zitten we op de parkeerplaats voor onze kamer nog even lekker buiten voor we gaan kijken waar we kunnen avondeten. Het wordt Green Chili’s, een Indisch restaurant. Wat we allebei leuk vinden, is dat het eens een keer iets heel anders is dan de normale burger/friet/pizza-maaltijden en bovendien smaakt het nog prima ook.

Na het eten lopen we langs de konijntjes, die weer lekker op het gras zitten, terug naar de kamer. Om te ontspannen, gaan we nog even naar het bubbelbad – het enige zwembad van het hotel. Het is wel een bijzonder bubbelbad, want terwijl je in het water zit, kijk je uit op de bergen.

Als we weer terug zijn bij de kamer houden we de deur lekker open voor wat frisse lucht. Het wordt echter wel erg fris, wat alles te maken heeft met een enorme hoosbui die we prachtig onze kant op kunnen zien komen. We vinden het niet erg: liever nu regen dan morgen, als we weer zo’n zesenhalf uur in de auto mogen zitten richting Kelowna.

De regen die onze kant op komt

Tot morgen!

Lees verder: Dag 19